Deze website gebruikt cookies. Ik ga akkoord met de privacy policy
OK
Milieu

Vissen onder stroom: waarom de pulsvisserij in koelkast zit

Pulsvissen leek een duurzamer en efficiënter alternatief voor sleepnetten. Toch heeft de EU pulsvisserij in de ban gedaan. Hoe zit dat?

Toon Lambrechts

Journalist - Heeft een sterke interesse in het raakpunt tussen wetenschap en ecologie.

Vissen op platvis met de boomkor of andere types sleepnetten heeft behoorlijk wat negatieve gevolgen. De kettingen en de netten ploegen de zeebodem om, de methode levert veel bijvangst op en het voortslepen van het zware tuig slorpt veel brandstof op. Daarom ontwikkelde Nederland een alternatief voor de boomkor: de pulskor, een elektrische manier van vis vangen.

Het idee om met elektriciteit vis te vangen is niet nieuw. Een eerste patent op vissen met stroom in zoet water dateert al uit de negentiende eeuw. In de jaren zeventig en tachtig werd er al onderzoek gedaan om met elektriciteit naar platvissen te vissen op volle zee. Maar de bestanden van schol en tong kregen zware klappen, en niemand zat te wachten op een nog efficiëntere manier van vissen op soorten die steeds schaarser werden. De Nederlandse overheid trok zich terug uit alle onderzoeksprojecten naar stroomvissen in 1988, en ook Europa trok de deur dicht. Elektrisch vissen kwam op de lijst van verboden vismethodes, samen met vissen met gif of explosieven.

De beschermingsmaatregelen voor schol wierpen echter vrucht af, en de scholbestanden in de Noordzee herstelden zich gestaag. Tegelijk steeg de prijs van brandstof jaar na jaar, en laaide de discussie over bodemverstoring en bijvangsten weer op. Het onderzoek naar alternatieven voor de boomkor kreeg een nieuwe impuls, en elektrisch vissen kwam weer in beeld.

Goede geleider

De ontwikkeling van een werkbare methode bleek niet eenvoudig. Zeewater is een goede geleider, dus het vinden van een optimaal voltage en de juiste frequentie van elektrische pulsen die de platvissen opschrikken vroeg heel wat onderzoek, net als het ontwikkelen van een werkbaar type pulsnet. In 2004 was het zover. De UK153 voer uit als eerste proefschip met een elektrische pulskor. Nederland vroeg en kreeg de toelating van de EU om vijf procent van de boomkorvisserij om te schakelen naar pulskorren en zo de technologie in realistische omstandigheden te testen.

Bij een pulskor zit geen zware wekkerketting voor het net, maar stroomdraden die zwakke elektrische stroompulsen uitzenden. Platvissen zoals schol en tong schrikken door die stroomstoot op van de zeebodem, waarna ze in het net belanden. De pulskor is verder voorzien van een soort ontsnappingsluik voor kleinere vissen, om zo bijvangst te verminderen.

De resultaten van de introductie van de pulskor leken veelbelovend. Zonder de wekkerkettingen werd de zeebodem veel minder verstoord. De methode bleek ook selectiever dan de boomkor. Bijvangst van vis daalde met meer dan de helft, die van andere bodemdieren tot wel tachtig procent. Ook de overlevingsgraad van ondermaatse vissen lag hoger. Pulstuig is lichter dan de boomkor, dus het voortslepen van het net in zee vroeg tot de helft minder brandstof, wat een aanzienlijk economisch én ecologisch voordeel opleverde.. Een onverwacht voordeel was dat tong en schol door de lagere snelheid van het net minder beschadiging oplopen bij de vangst. Zeker voor tong, maar ook voor schol, leek de pulsvisserij de toekomst, en ook in de garnaalvisserij keek men met veel interesse naar deze methode die tegelijk efficiënter en duurzamer bleek.

Te efficiënt?

Nederland wilde verder met de pulskor, en drong bij de EU aan om een groter deel van de boomkorvisserij om te schakelen. Maar de pulskor had ondertussen veel kwaad bloed gezet bij vissers uit andere lidstaten. Vooral Franse, maar ook de Belgische boomkorvisserijen, zagen met groeiend ongenoegen hoe de Nederlandse visserijen met hun nieuwe, efficiënte pulskorren met alle vangst ervan door gingen.

Het verzet tegen elektrisch vissen zwol aan, en in plaats van een uitbreiding van de pulsvisserij, vaardigde Europa een verbod uit op de pulsvisserij dat in juli 2021 van kracht ging. Dat was een zware klap voor de Nederlandse visserij, die ondertussen enthousiast had geïnvesteerd in elektrisch vissen en overtuigd was van de duurzaamheid van de nieuwe methode. Met tegenzin moesten de vissers weer op de traditionele boomkor overschakelen, met al zijn bekende nadelen. Daarbij kwam dat de boomkorvisserij veel meer brandstof vraagt. Door de stijgende brandstofprijs in de jaren die daarop volgden raakten veel Nederlandse vissers in de moeilijkheden.

Het Europees verbod op pulsvisserij is in de eerste plaats een politieke beslissing. Maar evengoed speelt het voorzorgsprincipe. We weten te weinig over de gevolgen van het gebruik van elektriciteit in de visserij voor andere zeedieren en het mariene ecosysteem in om de pulskor meteen als duurzaam te bestempelen. Vissen voelen elektriciteit, dat is bekend. , Soorten zoals roggen en hondshaaien maken gebruik van elektrische velden om hun prooi op te sporen. De stroomstoten veroorzaken verwondingen bij andere soorten, zoals kabeljauw en wijting. Wat elektriciteit doet met vislarven, jonge dieren, schelp- en weekdieren is zo goed als onbekend, net als de mogelijke effecten van een wel erg efficiënte manier van vissen op de globale visbestanden.

De pulsvisserij zit voorlopig in de ijskast. Er lopen een hele reeks onderzoeken om de precieze effecten van stroom op het leven in zee beter te begrijpen, maar die weg is lang. Tegelijk zoeken wetenschappers naar alternatieve manieren om platvis op te schrikken uit de bodem en te vangen, bijvoorbeeld met harde waterstralen, licht of borstels. Want de kritiek op het gebruik van de boomkor en andere sleepnetten blijft. In de Noorse wateren zijn ze niet meer welkom, en ook in de EU klinkt de roep om een verbod of op zijn minst een inperking steeds luider.

Bronvermelding